Moeten kinderen leren omgaan met stress?
- Linde Lambrechts
- 19 mei
- 5 minuten om te lezen

Nee! Het is aan ons om onze kinderen te beschermen tegen stress.
Er wordt zo vaak gezegd dat kinderen veerkrachtig zijn, dat ze wel terugbotsen. En tot op een bepaalde hoogte is dat ook waar, kinderen kunnen helen en herstellen van heel veel! We hebben aangeboren mechanismen om spanning te ontladen! MAAR kinderen zijn ook heel kwetsbaar! Al deze ervaringen kunnen wel littekens achterlaten, en pijn doen! Het is dus echt wel aan ons om onze kinderen daar zoveel mogelijk voor te beschermen. Er is ook altijd herstel mogelijk, maar liever voorkomen dan genezen toch?!
Graag deel ik met jullie een stukje van mijn verhaal!
Ik had als kind altijd stress om naar school te gaan.
ās Ochtends had ik altijd het gevoel dat ik iets vergeten was. Altijd hyperwaakzaam.
Mijn lichaam stond altijd aan.
Ik had op jonge leeftijd al last van maagpijn, krampen, zuuroprispingen.
En ik ben blij dat mijn moeder toen koos voor natuurlijke middelen zoals havermout en kruiden,
en niet meteen zware medicatie.
Maar er was geen bewustzijn.
Geen bewustzijn dat mijn lichaam iets aan het zeggen was.
Dat dit een signaal was van spanning. Van stress.
Ik had altijd veel angst.
Maar er werd gewoon gezegd: ze is zo.
Ze is perfectionistisch.
Ze legt de lat te hoog.
Maar ik legde die lat daar niet.
Ik wist niet eens waar die lag.
Ik voelde gewoon de druk.
Ik voelde zoveel aan.
Vooral wat er van mij verwacht werd.
Ik was een hooggevoelig kind.
Ik wist dat ik anders was. En ik voelde dat ook.
Ik wilde er zo graag bij horen.
Dus ik deed zo hard mijn best.
Ik werd een kameleon.
Ik paste me aan, steeds opnieuw.
Tot ik mezelf niet meer herkende.
Ik droeg een masker.
En mijn binnenkant⦠die liet ik niet meer zien.
Maar mijn lichaam zei wat ik niet kon zeggen,
Wat niet kon voelen,
Al in de lagere school had ik vaak lichamelijke klachten: buikpijn, maagpijn, zuur oprispingen.
In het middelbaar werd ik gewoon regelmatig ziek.
Hoofdpijn, rugpijn. Mijn lichaam riep harder en harder.
En ik was altijd bang.
Altijd schrik dat het niet ging gaan.
Dat ik het niet kon.
En op school kreeg ik altijd dezelfde boodschap: Je moet regelmatiger werken.
Je moet meer inzetten.
Als je nu nog niet bezig bent, komt het niet goed.
Nooit: Hoe komt het dat je blokkeert?
Wat voel je?
Wat heb je nodig?
Pas in het vijfde middelbaar heeft mijn toenmalige titularis iets gezien.
En toen werden we doorverwezen naar een kinderpsycholoog.
En ja, daar werd duidelijk dat ik verkrampt was.
Dat ik stress had. Dat ik onzeker was, faalangstig.
Maar wat ik daar geleerd heb, heeft me niet geholpen.
Wat ik mij daaruit herinner, is dat ik gerustgesteld werd met de boodschap dat ik āgemiddeldā bezig was.
Er was geen echte dreiging.
Het was heel cognitief.
Ik kreeg relaxatietechnieken.
Maar niemand keek naar mijn lichaam.
Niemand vroeg wat ik nodig had.
Niemand hielp mij dat gevoel in mijn lijf te begrijpen.
Niets veranderde in mijn omgeving.
School bleef school.
En nu, in 2025, hoor ik het nog altijd:
āZe moeten leren omgaan met stress.ā
āZe moeten voorbereid zijn op de maatschappij.ā
āAls ze nu al instorten, wat gaan ze dan doen later?ā
En dan vraag ik mij af:
Is dat dan wat school is?
Kinderen voorbereiden op een toxische maatschappij
door ze vroeg genoeg bloot te stellen aan een toxische omgeving?
Is dat dan wat we willen?
Zeggen we dan echt: Zo ziet de wereld eruit, dus wen er maar aan?
Nee.
Als we weten dat we onze kinderen straks de woestijn in sturen,
dan zetten we ze niet op voorhand op dieet,
zoals Aletha Solter zegt.
Dan verzwak je hun systeem.
Misschien stelt het jou als ouder of leerkracht gerust dat ze het aankunnen.
Maar hun lichaam is daar niks mee.
Dat is niet de beste voorbereiding.
De beste voorbereiding is:
Ze nu geven wat ze nodig hebben.
Ze nu laten voelen wat veiligheid is.
Ze leren: dit is dorst, dit is honger, dit is spanning, dit is verdriet.
Ze laten bijtanken in een veilig nest.
Zodat ze straks weten hoe dat voelt.
Zodat ze van binnenuit kunnen herkennen wat ze nodig hebben.
Niet āen zorg maar dat het lukt.ā
Maar: āals het moeilijk is, ben ik hier.ā
āAls je valt, vang ik je op.ā
āJe hoeft het niet alleen te doen.ā
ā je bent geliefd, no matter what.ā
Want wat we wĆ©l willenā¦
is dat onze kinderen dingen kunnen doen die spannend zijn.
Dat ze leren dat ze iets aankunnen.
Maar vanuit rust.
Vanuit keuze.
Niet vanuit overleving.
Wij willen niet dat kinderen opgroeien in survival-mode.
Want dan kunnen ze niet meer leren.
Dan sluit hun systeem zich af.
Dan gaat aandacht, geheugen, concentratie als eerste de deur uit.
En dan zeggen wij: ze zijn niet gemotiveerd.
En dan gebruiken we angst als motivator.
Maar dat is geen motivatie.
Dat is overleving.
Dat is: ik moet wel, andersā¦
En dat wil ik doorbreken.
Want ons lichaam weet hoe spanning los te laten.
We wƩten het.
We zijn het vergeten, maar we weten het.
Kinderen kunnen herstellen door huilen, driften, lachen, praten, trillen, spelen.
Maar daarvoor hebben ze een veilige context nodig.
En op schoolā¦
moet je stil zijn.
Moet je meedoen.
Moet je doorzetten.
Moet je groot zijn.
Moet je presteren.
Er is geen ruimte om te ontladen.
Geen ruimte om te zakken.
Geen ruimte om gewoon te zijn.
En ik snap het.
Want we hebben het zelf niet gekend.
We hebben het zelf nooit geleerd.
Maar ik weet dat zoveel ouders, en ook leerkrachten, het anders willen.
Dat ze het goed menen.
Maar niet de tools hebben.
Daarom geef ik dit mee.
Omdat wij samen deze cyclus van pijn kunnen doorbreken.
Wat kun je doen als ouder?
Om je kind te beschermen tegen stress:
Bied voorspelbaarheid, rust en verbinding in je dagelijks leven.
Bescherm hen tegen overvolle agendaās en te veel prikkels.
Wees een veilige haven waar gevoelens wƩl mogen bestaan.
Om je kind voor te bereiden op stressvolle situaties:
Voed hun systeem met veiligheid, vertrouwen en verbinding.
Leer hen hun lichaam kennen: wat voel je, waar voel je dat, wat betekent dat?
Vertel hen: jij bent niet gek, jij voelt gewoon. En dat is wijs.
Om je kind te helpen herstellen van stress:
Laat gevoelens toe na school of spannende momenten.
Wees beschikbaar voor huilen, driften, praten, lachen en spelen!
Geef ruimte, zonder het weg te duwen of te sussen.
Geef je kind tijd ā herstel heeft geen haast nodig.
Gebruik nooit angst als motivator.
Als een kind niet leert, niet doet, niet āmee isā⦠wees dan nieuwsgierig.
Vraag je af:
Wat belemmert hem of haar?
Welke nood ligt eronder?
Want stress verdwijnt niet omdat we harder duwen.
Stress verdwijnt als we luisteren.
Als we aanwezig zijn.
Als we het anders doen dan wat wij gekend hebben.
En dat kan. Jij kan dat.
Comments